Ule en Hiltje Haarsma vertellen over ondernemen, opbouwen en opvoeden
Op 1 oktober 1975 begonnen Ule en Hiltje Haarsma een avontuur waarvan ze de omvang toen nog niet konden overzien. In een kleine boerderij, met drie medewerkers, een kraantje en een werkplaatsje in de schuur, legden ze de basis voor wat uitgroeide tot de Haarsma Groep. Vanuit hun woning in Tjerkwerd (Friesland) blikken ze terug op de jaren waarin hun werk en leven onlosmakelijk met elkaar verbonden waren.
Het begon aan de overkant van de weg
“We zijn in 1974 getrouwd,” vertelt Hiltje. “En anderhalf jaar later namen we het loonbedrijf hier tegenover over.” Ule werkte toen nog bij een transportbedrijf, maar de ondernemersgeest zat er altijd al in. “Ik heb altijd de intentie gehad om iets voor mezelf te beginnen,” vertelt Ule. “Toen de overname van het loonbedrijf op ons pad kwam zijn we ervoor gegaan.”
Het bedrijf had drie medewerkers en beperkte middelen. Toch twijfelden ze niet lang. “We hadden niks groots in gedachten,” zegt Ule nuchter. “Gewoon beginnen. Doen.”
De Rabobank aan de keukentafel
De eerste winter was meteen pittig want als loonwerker valt het werk dan tijdelijk stil. Er moest geïnvesteerd worden in materieel om de werkzaamheden uit te breiden, maar de financiële ruimte was beperkt.
“Mijn oom was directeur van de Rabobank in Blauwhuis,” herinnert Ule zich. “Hij kwam hier langs om over een lening te praten. Gewoon aan de keukentafel werd het plan besproken, tussen de koffie en de papieren door.”
Hiltje was destijds zwanger van hun eerste dochter. “In maart ’76 is Ineke geboren. Terwijl ik hoogzwanger was, zaten we hier met de bank. Zo ging dat.”
Met het personeel in huis en kinderen op het aanrecht
Het kantoor was letterlijk onderdeel van het huis. “De administratie deed ik zelf, gewoon in de woonkamer,” zegt Hiltje. “Ik schreef de rekeningen nog met de hand, op zondagavond. En dan kwamen de medewerkers op maandag weer voor koffie. De stoelen waren bezet, de kinderen zaten op het aanrecht. Maar het werkte.”
Er was geen scheiding tussen werk en privé. Alles liep in elkaar over. Dat was de ongedwongen sfeer die in huize Haarsma heerste.
Samenwerken, schakelen, doorgaan
In de beginjaren richtte het werk zich vooral op loonwerk: hooien, persen en kuilen. “Toen we het kraantje kochten begonnen we ook met het grondwerk,” vertelt Ule. “Dat eerste kraantje was alles voor ons. Ik weet nog dat ik dacht: als ik dit onder de knie krijg, kunnen we verder bouwen.”
Wat volgde, was een periode van gestaag doorgroeien. Geen grote sprongen, maar elke dag een beetje verder. “We begonnen gewoon en zijn altijd doorgegaan,” zegt Ule vol trots.
Toch werd het al snel meer dan dat. Klanten kwamen terug, er kwam meer materieel en ook het personeelsbestand groeide. De werkzaamheden verschoven van landbouw naar infrastructuur. “We kregen onze eerste grote grondwerkprojecten. Toen moesten we ineens uitrekenen wat een kuub grond kostte,” zegt Ule lachend. “Maar je leert gaandeweg. En voor je het weet doe je het gewoon.”
Projecten werden complexer. “Van sloten graven en erfverharding naar bouwrijp maken, rioleringen aanleggen en betonwerk. Steeds een stap verder.” Wat bleef, was de nuchtere mentaliteit: gewoon doen, afspraken nakomen en samenwerken.
Een bedrijf in en om het gezin
Het gezin Haarsma groeide mee met het bedrijf. Vier kinderen kwamen er en het kantoor zat nog altijd in huis. “De administratie deed ik tussen de middag, met kinderen om me heen. Je werkte altijd,” zegt Hiltje. “Zeven dagen per week.”
Soms moest er halsoverkop iets worden gebracht naar een werklocatie. Denk hierbij aan materiaal, gereedschap of onderdelen. “Dan gooide ik de kinderen achterin de auto en reed ik erheen,” vervolgt Hiltje. Alles liep door elkaar: de zorg voor de kinderen, de planning, de ritjes naar het werk.
Er werd veel gevraagd, maar dat hoorde erbij. “We gingen nooit op vakantie. En als je een weekendje wegging, voelde dat als een wereldreis.” Toch waren het gouden jaren. “Je bouwt samen iets op. En als het dan lukt, voelt dat geweldig.”
Alle kinderen groeiden op in die bedrijvige sfeer. Dochter Ineke werkte later mee op kantoor. Ze deed administratief werk, acquisitie en pakte aan wat nodig was. Nelly hielp in haar jonge jaren mee binnen het bedrijf, maar verhuisde later naar Bergambacht. Inmiddels werkt ze in het familiebedrijf van haar man. Anita koos haar eigen koers en runt al jaren een kapsalon in Bolsward. En hun zoon Tjeerd, was als kind al vaak bij zijn vader op het werk te vinden. Het ondernemerschap zit er bij hen allemaal in!
50 jaar later
Haarsma groeide uit tot een brede organisatie met specialisaties in grond, weg, water, beton en recycling. Inmiddels is de leiding overgedragen aan de volgende generatie. Sinds 2017 geeft Tjeerd leiding aan het familiebedrijf.
Als zesjarig jongetje zat Tjeerd al op het kraantje, tussen de machinist en zijn vader in. Hiltje herinnert zich dit nog levendig: “Als ik dan wat kwam brengen, zei hij: mem, ga maar weer hoor, ik ben aan het werk.” De liefde voor het vak zat er bij Tjeerd al vroeg in. Nu leidt hij Haarsma met dezelfde inzet en nuchtere mentaliteit als zijn ouders hebben gedaan.
“We zijn trots op wat we samen hebben opgebouwd,” zegt Ule. “Op het werk dat we hebben verzet, maar vooral op de mensen die dat samen met ons hebben gedaan.” Hiltje knikt: “Zonder de betrokken medewerkers was dit nooit gelukt. Zij zijn het hart van het bedrijf.”
Het vijftigjarig bestaan wordt dit jaar op verschillende manieren gevierd. Niet met groot vertoon, maar met aandacht voor de mensen, het verhaal en de toekomst. “We kijken dankbaar terug,” besluit Ule. “Maar minstens zo belangrijk: we kijken vooruit. Naar een toekomst in alle gezondheid. Want gezondheid is de basis van alles. Voor je werk, je familie en het leven daarbuiten.”